De inwoners van het gebied worden uiteraard betrokken in dit project, we gaan namelijk hun omgeving inrichten. Dit vindt in verschillende fases van de planvorming plaats. Als eerste moet een basis bekend zijn van wat er nodig is om de sectorale delen, natuur en waterdoelen in het gebied te realiseren. Dit proces gebeurt niet direct met de inwoners maar in de diverse werkgroepen die onder de gebiedscommissie zijn ingesteld.
Zodra bekend is wat er aan maatregelen nodig is voor de genoemde hoofddoelen wordt de uitwerking van deze sectorale delen naar de andere beleidsdoelen (landbouw, landschap, toerisme, recreatie en leefbaarheid) samen met de streek uitgewerkt. In deze uitwerking naar een concept integraal inrichtingsplan krijgen alle beleidsdoelen en de inpasbaarheid van deze doelen in het gebied aandacht en de ruimte.
Het eerst inzicht krijgen in de sectorale delen natuur en water houdt niet in dat deze inzichten vast staan en niet meer bespreekbaar zijn. Dit is meer om richting en sturing te geven aan de integrale gebiedsontwikkeling vanuit de hoofddoelen natuur en water. Hierbij willen we samen de balans zoeken en tot oplossingen komen.
Deze uitwerking van sectoraal naar integraal zal op meerdere manieren plaats gaan vinden. De belangrijkste zijn: Door het houden van schetssessies met inwoners worden mogelijkheden en onmogelijkheden gezamenlijk verbeeld en afgewogen. Ook kan er door (individuele) zogenaamde keukentafelgesprekken betrokkenheid van het gebied worden ingebracht.
Het werken in schetssessies heeft de voorkeur omdat dan gezamenlijk naar de opgave van dat gebied gekeken gaat worden.
De uitwerking van (deel)gebieden met de streek zal in eerste instantie worden opgepakt in en om de waterbergingsgebieden Dwarsdiep, Polder de Dijken en Driepolders. Dit omdat deze waterbergingsgebieden in 2020 moeten kunnen functioneren.