Onlangs zijn de werkzaamheden aan de Klaas Doornbosbrug aan het Lettelberterdiep afgerond. Naast een nieuw brugdek zijn ook de leuningen vernieuwd. Maar waar komt de naam Klaas Doornbos vandaan en wat is het verhaal erachter? Lees het interview en bekijk recente dronebeelden die van de brug zijn gemaakt.
Dit artikel is een beknopte samenvatting van het interview met Klaas Doornbos. Benieuwd naar het hele verhaal? Lees het op de website van het waterschap Noorderzijlvest.
Vlog: dronebeelden Klaas Doornbosbrug.
In de periode van mei 1989 tot en met december 1994 was Klaas Doornbos voorzitter (nu zouden we dijkgraaf zeggen) van de waterschappen Westerkwartier en Electra. Het waterschap Electra beheerde het boezemwater van een groot deel van het gebied van het huidige waterschap Noorderzijlvest is. Het overtollige boezemwater uit dat gebied werd en wordt bij gunstige omstandigheden via vrije lozing naar de Waddenzee afgevoerd. Bij veel regen en ongunstige wind beschikt het waterschap over het gemaal De Waterwolf bij Lammerburen en het gemaal H.D. Louwes in Zoutkamp om de waterstand in de Electraboezem op peil te houden. De Waterwolf is een monumentaal gemaal uit 1920 met onder andere vier grote Stork-pompen.
Totstandkoming bergboezem Lettelbert
Klaas Doornbos vertelt: “Er waren destijds een aantal zaken die speelden. We wisten dat de bergingscapaciteit van de vroegere Electraboezem erg klein was, waardoor snelle en grote schommelingen in de waterstand ontstonden. Een uitbreiding van de boezem zou daarom zeer welkom zijn. Daarvoor hadden we al vroeg gekeken om het gebied tussen het Leekstermeer en de A7 in te richten als bergingsgebied. Dit om het water te kunnen bergen in bepaalde perioden met veel regenval. Ik heb toen eerst vooronderzoek gedaan. Wat ook speelde was dat er in 1986 onderzoek was gedaan naar de invloed van bodemdaling op de Electraboezem. De uitkomsten hiervan waren dat de bemalingscapaciteit van de Electraboezem met 300 m3 per minuut zou moeten worden vergroot. De pompcapaciteit van het gemaal De Waterwolf was 4000 m3 per minuut. Ook zouden twee gebieden onder bemaling moeten worden gebracht: het Helwerdermaar en het Boterdiep.”
“Uit de gesprekken met de machinisten van het gemaal, Klaas van der Bleek, Henk Koster en Willem Alberts, kwam een aantal interessante zaken naar voren. Zo gaven zij bijvoorbeeld aan dat ze bij hoog water ook wel eens de opdracht kregen om één of meer pompen stil te zetten, omdat de wegen in het Lauwersmeer droog moesten blijven. Dit speelde vooral bij (noord)westenwind. Door de wind waren de waterstanden bij eb dan te hoog. Daardoor kon bij de R.J. Cleveringsluizen onvoldoende of geen water worden geloosd op de Waddenzee. Uit de gesprekken met de machinisten van het gemaal kwam een aantal interessante zaken naar voren. Zo gaven zij bijvoorbeeld aan dat bij hoog water in combinatie met een noordwestenwind de wateraanvoer vanuit het gebied erg lastig was. Dit kwam doordat het water uit het hogere gebied nabij Smilde door het lage midden moest afstromen om uiteindelijk het gemaal De Waterwolf te bereiken. ‘Het lage midden’ was ter hoogte van Lettelbert. Hier was een ‘soort gat’. Van de medewerkers van het waterschap Westerkwartier hoorde ik dat het water bij gestremde lozing soms ook vanuit het noorden naar het laaggelegen Lettelberterdiep stroomde. Bij hoog water zeer vervelend!
Foto: vernieuwde Klaas Doornbosbrug.
“Als voorzitter van twee waterschappen voelde ik mij verantwoordelijk voor wat er in het gebied gebeurde. Er lag het rapport uit 1986 met een advies, dat nog moest worden uitgewerkt, maar er waren ook de ervaringen in het veld van onze medewerkers. Plaatsing van een extra pomp bij gemaal De Waterwolf zou niet alle problemen oplossen. Met deze gedachten in het achterhoofd had ik een gesprek met van Advies- en ingenieursbureau Tauw, in een café in Hoogeveen. Hij was in 1986 ook betrokken geweest bij de totstandkoming van het rapport. We kwamen toen al vrij vlot tot de conclusie dat een bergingsgebied een verbetering van de waterhuishouding op zou leveren die in alle gevallen zou passen in de toekomstige maatregelen, ook die nodig zijn als gevolg van bodemdaling. De aanleg van een bergingsgebied zou mogelijk zijn wanneer je grond bij Lettelbert zou kunnen aankopen tegen een marktconform tarief. Met de te verwerven gronden kon je dan een bergboezem inrichten die bestond uit een lager gelegen deel met daar omheen een kade. De gronden moesten op zo’n manier worden ingericht, dat bij hoog water het vee zelfstandig naar huis kon lopen.”
“Er deed zich een mogelijkheid voor om aaneengesloten gronden aan te kopen langs het Lettelberterdiep. We wisten dat er een agrariër aan de noordzijde was die vanwege brand zijn gronden wilde verkopen. Aan de zuidzijde was een agrariër die ervoor open stond om zijn bedrijf te verplaatsen naar kwalitatief betere gronden. Het idee was om het ingerichte gebied te verhuren aan aangrenzende boeren voor agrarisch gebruik. Aan de verhuur en het gebruik van het gebied werden beperkende voorwaarden gesteld. Deze plannen zijn daarna goedgekeurd in het bestuur van het waterschap Electra, waarna tot aankoop kon worden overgegaan. Na de fusie heeft het waterschap Noorderzijlvest een besluit genomen over de definitieve inrichting van het gebied.”
Achtergrondinformatie Klaas Doornbos
Klaas Doornbos is nu 76 jaar en woont samen met zijn vrouw in Ezinge. Na zijn periode als voorzitter van de twee waterschappen is Doornbos in 1995 weer gaan studeren. Als afgestudeerd ‘meester in de rechten’ is hij samen met zijn vrouw een eigen rentmeesterskantoor begonnen. Als rentmeester is Doornbos werkzaam geweest voor verschillende opdrachtgevers in Noord-Nederland. Daarnaast was hij jaren actief lid van de bezwarencommissie voor de waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s. Enkele jaren terug hebben Doornbos en zijn vrouw besloten om van hun welverdiende pensioen te gaan genieten. Klaas Doornbos volgt het waterschapswerk met belangstelling, maar op afstand.
Dronefoto: Lettelberterdiep. Onderaan in het midden zien we de Klaas Doornbosbrug.